Halverwege de middag was het duidelijk. Onze koelvriescombinatie was overleden. De gesmolten ijsjes en het ontdooide brood waren een duidelijke aanwijzing. Er was geen deur open blijven staan, de stekker zat er nog in, er was geen stroomstoring. Het enige wat het nog deed was het koelkastlampje. En hoewel dat een nuttig onderdeel van een koelkast is, en ik dus niet helemaal kan zeggen dat het ding was overleden, met alleen een lampje red je het qua koelen niet.
Gelukkig stond de nieuwe (coole) koelvriescombinatie al klaar. Niet in de keuken, maar in de voorkamer. Zodra de vloer van de keuken gereed zou zijn, zou de oude koelkast vervangen worden. Die dag kwam dus iets eerder dan gepland. De melk, boter, kaas en eieren (en al het andere wat je zoal in een koelkast bewaard) kon dus snel worden overgeheveld naar het nieuwe apparaat dat we maar aangezet hadden in de voorkamer. Het ontdooide brood was een ander verhaal. Nogmaals invriezen was geen optie. De buurkinderen uitnodigen voor het avondeten en ze tostis en wentelteefjes serveren wel. Ze schoven enthousiast en hongerig aan. Zo verwerkte ik vanavond 12 boterhammen tot wentelteef, 18 boterhammen tot tosti en maakte ik van nog eens 3 plakjes brood zalmsandwhiches. Kijk, dat waren al 33 boterhammen minder in de broodtrommel.
Wel jammer dat er geen geschikt BBQ-vlees meer in de vriezer lag. Hadden we moeten BBQ’en 😉